Wat is homeopathie?
Over (klassieke) homeopathie bestaat nogal wat spraakverwarring. In de volksmond wordt alles met een natuurlijke aanpak van een probleem ‘homeopathie’ genoemd. Dit is echter niet juist. De verwarring ontstaat doordat homeopathie nogal eens verward wordt met kruidengeneeskunde.
Wat is het dan wel? De homeopathische geneeskunst spreekt het herstelvermogen van het lichaam aan. De oorzaak van ziekte en klachten wordt aangepakt en langdurige genezing wordt bevorderd.
Deze manier van werken is gebaseerd op de ideeën van Samuel Hahnemann (1755 – 1843), de grondlegger van de klassieke homeopathie. Hahnemann ontdekte dat het behandelen van alleen een klacht niet voldoende is. Om het probleem echt op te lossen moet er op een dieper niveau naar de patiënt gekeken worden. Er zijn namelijk verschillende factoren die invloed hebben op het ontstaan van klachten en deze factoren verschillen per persoon.
Homeopathie is een empirische geneesmethode, d.w.z. een methode die door veel onderzoek en eeuwenlange ervaring over de gehele wereld tot stand is gekomen. Homeopathie maakt gebruik van de tweeledige werking van allerlei stoffen, bv een (giftige) stof die bij gezonde mensen een bepaald ziektesymptoom veroorzaakt, kan soortgelijke symptomen bij zieke mensen juist genezen.
Homeopathische geneesmiddelen worden bereid door afwisselend verdunnen en schudden van de uitgangsstof. Door deze methode zijn er in het bereidde middel geen moleculen van de uitgangsstof meer aanwezig. Het homeopatische middel veroorzaakt daardoor, in tegenstelling tot farmaceutische en kruidenmiddelen, dan ook geen chemische reactie in het lichaam. Wel geeft het een signaal aan het lichaam dat aanzet tot stimulatie van het eigen zelfgenezend vermogen.
Ieder mens is uniek
Het uitgangspunt in de klassieke homeopathie is dat ieder mens een uniek wezen is en daarom een individueel geneesmiddel nodig heeft. Een klassiek homeopaat geeft dan ook geen middel voor een klacht, maar een middel voor een mens met een klacht. Waarbij klachten worden gezien als signalen die helpen om de oorzaak van de verstoring van het eigen zelfgenezend vermogen te vinden.